Trommen zijn feitelijk ontstaan uit het uithollen van hout. In de oudste vorm stamt de trom af van een deel van een boomstam, zoals de vorm al verraadt. Oorspronkelijk werden deze trom in verticale positie bespeeld, waarbij de bovenkant werd bespannen met een vel van dierenhuid. Deze vorm evalueerde zich naar een draagbare trom van hout naar een metalen cilinder van messing of koper.
De trom is een muziekinstrument met een rituele functie. Dit komt al eeuwen lang door de suggestieve kracht van het geluid van de trom: het gerommel als van een storm, het geluid van stampen en slaan en het soms angstaanjagend karakter van de ritmiek. Hierdoor is de trom veelal te vinden bij religieuze rituelen, plechtige gebeurtenissen en oorlogshandelingen en natuurlijk bij de gilden!
Het maken van een trom is een oud ambacht. Zeker wanneer het een gildetrom betreft waar in het koper of messing een afbeelding van de patroonheilige moet worden gedreven.
Leo van der Sangen heeft een aantal ketels voor trommen gemaakt voor zijn eigen Sint Catharinagilde tot Blortem en Gestel en het Sint Jorisgilde uit Stratum (Eindhoven). Ook maakte hij samen met gildebroeders M. van Dooremolen en Ad Engels het boek ‘Voordat de tamboer de gildetrom kan slaan’ over de geschiedenis, het ontwerpen en het maken van een gildetrom.







